Tartaarsaus
Goed, soms zijn dampende, knapperige, goudbruine frieten echt heerlijk. Niet met mayo, maar met iets meer aan saus. Tartaarsaus bijvoorbeeld, op basis van zelfgemaakte mayonaise. Ook lekker bij scampi, of knapperige verse groente, of biefstuk. Ik vond een recept in Alexis Soyer uit 1854. Het werkt. Hier mijn hertaling.
Tartaarsaus
Dit heb je nodig: 1 gekookte eidooier, 2 eidooiers (ongekookt), snuf zout, snuf peper, 5 maatjes goede olie in een fles, , beetje azijn, 1 eetlepel fijngehakte cornichons, 1/2 eetlepel fijngehakte kappertjes, 1/2 eetlepel fijngehakte peterselie, 2 eetlepels pittige Franse mosterd, een snuf cayennepeper, paar korrels suiker, desgewenst nog wat zout.
En zo doe je het: Wrijf de eidooier door een zeef in een kom. Doe er de losgeklopte rauwe eidooiers bij met wat zout en peper. Meng dit met een houten lepel. Houd de fles met olie in je linkerhand boven de kom. Roer met de rechterhand, laat de olie er in druipen en blijf roeren tot het dikachtig wordt. Doe er dan wat azijn bij, roer weer, dan weer olie, roer weer en ga zo door tot de olie op is. Zorg ervoor dat de massa dikachtig blijft. Voeg dan de augurkjes, kappers en peterselie toe, en roer er de mosterd door. Maak af op smaak met de cayennepeper, eventueel wat suiker en nog wat zout.
En zoals Soyer schrijft: de saus hoort tamelijk gekruid te zijn. Waarom heet deze saus Tartaar? Er zijn verschillende verhalen in omloop, waarvan ik de historische juistheid niet kan controleren. Iets schijnt het te maken hebben met de Tartaren. Je komt in ieder geval steeds die fijngehakte augurkjes en kappertjes tegen. Verder lees ik alleen fabula fantastica. Leuk hoor, maar daar is dit blog niet voor.