Pimpernel in de salade
Er staat natuurlijk nog veel meer leuks in John Evelyn’s Acetaria (1699). Bijvoorbeeld over mijn geliefde pimpernel.
‘De Fransen en Italianen eten het vaak. Er is zelfs een gezegde:
L’Inſalata non è buon, ne bella
Ove non è la Pimpinella.
Een vers takje pimpernel in de wijn raad ik aan als de beste toepassing.’
Nu, daar kan ik het niet mee eens zijn. Doe maar wat blaadjes in een salade, of soep, of grill een takje op het laatst mee op de huid van de vis. Goed idee hoor!
En kijk nou, Evelyn citeert zelfs Barlaeus en Jacob Cats! Niet direct mensen die ik met een lekker slaatje associeer. Hoewel…. Jacob Cats bemoeide zich natuurlijk uitgebreid met eten.
‘Sla, prei, munt, rucola, raapsteeltjes, met olie en eieren, daar maakte men in de tijd van Plautus al een salade van. Maar oh, hoeveel meer keus hebben wij in onze tijd. Eetbaars dat de Romeinen niet kenden. Niet te vergelijken met vroeger dus.
En laat voor de grootsheid ervan, de salade worden gemaakt door de huisvrouw, voor een avondje zoals Jacob Cats voorspiegelde (beschreven door de dichter Barlaeus). Zoveel variatie, als je alleen tegenkomt op de tafel van de Burgemeester, of andere voorname lieden en tuinliefhebbers.’
Ga toch maar eens neuzen in Barlaeus.