Meelwormen voor de eiwitten
Zondagmorgen heel vroeg, iets vóór zessen vertelde ik over het eten van meelwormen. Past dat in onze eetcultuur? Aten we vroeger insecten in ons land? Daar kan ik geen sporen van vinden. Zelfs in de hongerwinter aten we wél tulpenbollen maar in de oorlogskookboekjes zul je geen recept voor meelwormengehakt vinden.
Waarom aten we geen insecten in Nederland? Kennelijk waren er gewoonlijk genoeg eiwitbronnen – plantaardig én dierlijk – om mensen tevreden te stellen. Dit even buiten de discussie over honger en armoe in het algemeen. De mens eet wat als ‘chic’ en als ‘delicatesse’ te boek staat als het enigszins kan. Met als resultaat dat we zijn beland bij kiloknallerkarbonades, omdat vroeger dat mét het varkenshaasje, het meest wenselijke stukje vlees van het varken was. Tong, snoet, uiers, milt, poten zijn we vergeten. Zo gaat het met meer voedingsmiddelen. Wanneer de elite aan de kaviaar gaat vinden we deze vissenkuit opeens allemaal heel bijzonder lekker. Wanneer in de 18de eeuw niet de aardappel maar de meelworm als volksvoedsel populair was gemaakt door het Franse hof – met dank aan de heer Parmentier – dan zou het best kunnen dat we nu de meelworm massaal thuis kweekten. Maar het is niet gebeurd, terwijl het wel zou hebben gekund. We moeten die insecten niet. Slakken en garnalen gaat nog, al is dat ook aan een kleine groep voorbehouden, maar sprinkhanen en meelwormen hebben het niet gehaald. We zijn ook geen miereneters geworden. Ook al was dat even een ervaring wanneer je bij het driesterrenrestaurant Noma at in Kopenhagen. Het zit niet in onze cultuur, ook al is dat in andere werelddelen heel anders.
Maar het zóu kunnen. In het kader van de eiwittransitie van intensieve veeteelt naar duurzaam is al weer decennia geleden het onderzoek opgestart. Inmiddels is de meelworm officieel als voedsel goedgekeurd. Wel even opletten, want mensen die niet tegen garnalen kunnen, of allergisch zijn voor de huismijt kunnen ook beter de meelworm mijden. Op zich zijn het goede eiwitvervangers, duurzaam en gezond. Dat we er dus eigenlijk niet aan willen zit dus in ons buikgevoel, mondgevoel en tussen de oren. Zelf kies ik voor peulvruchten als alternatieve eiwitbron, past beter bij ons. Aan de andere kant: wie chiazaad omarmt kan ook rustig aan de meelworm. Kanariezaad en kippenvoer. Wie had dat kunnen denken.
Hier het item in het programma “Fris!” op NPO1.
Hier een link naar een artikel over landen waar het insect gewoon op het menu staat.