Komkommertijd – 2
Het lijkt erop dat met de Romeinen ook de komkommer een beetje verdween uit onze streken. De arts en diplomaat Anthimus schrijft in zijn boek aan het eind van de 6e eeuw: “Komkommers zijn hier (Metz, het Frankische hof) niet verkrijgbaar. De zaden die er in zitten kun je eten. De zaden zijn goed tegen nierproblemen en daarom schrijven sommige van mijn medische bronnen voor komkommerzaad aan bepaalde medicijnen voor nierklachten toe te voegen.” Men dacht in die tijd dat komkommerzaad vochtafdrijvend was. Anthimus kwam uit Constantinopel, waar hij mot kreeg en werd verbannen. Vanuit Rome werd hij als diplomaat ingezet bij het Frankisch hof. Hij kan op verschillende plaatsen dus met komkommers in aanraking zijn gekomen, maar niet in Metz.
In de Capitulare de Villis, het wensenlijstje en instructieboek van Karel de Grote komen komkommers voor als ‘wenselijk in de groentetuin’. Maar Karels rijk was groot en of er dan ook hier, of in Aken komkommers werden gezaaid is niet bekend, wel schijnen ze in Frankrijk aangeplant te zijn.
Aam het begin van de 12e eeuw kwam de komkommer naar Engeland, maar daar was hij snel weer vergeten, om pas na zo’n 250 jaar weer op te duiken.
Afbeeldingen uit die tijd laten eerder pompoenen, courgettes en aanverwanten zien.
Kortom: het lijkt erop of de komkommer een noodlijdend bestaan leidde in achterafmoestuintjes of zelfs helemaal niet in het Noorden. Pas in de 16e eeuw wordt de komkommer in Frankrijk weer uitvoerig beschreven en in de 17e eeuw in ons land.
Morgen verder.