Indische Groente
Er zijn mensen aan het opruimen. Van alle kanten sturen mensen mij tijdschriften en boeken toe. Bij mij vinden weesboekjes een goed onderdak. Als het maar over voedsel gaat. Je kunt er wat van leren en het is een welkome aanvulling op de collectie. Zo kreeg ik deze week van Fransje het boekje A Jakarta Market uit 1983. Voor blanda’s die in IndonesiĆ« verzeild raken en die groente en vis op de markt moeten leren herkennen, inkopen en gebruiken. Nou ja, eigenlijk veel meer. Ook rijst, fruit, vlees. Gewoon alles dus. De groente vind ik het interessantst.
Zo lees je dat je peultjes en sugar snaps kunt gebruiken in tumis of sop. Gerechten staan er niet bij, die vind je wel in een kookboek. En de lange witte radijs, de lobak, stop je in atjar, lalap of asinan. Het blad gebruik je in de groentesoep en er zit een massa vitamine C in. Ha, radijsloofsoep op z’n Indisch, dat is vast heerlijk. Kankung is moeraskool of waterspinazie zo je wilt,e n je stopt het in de sajoer of de tumis. Geblancheerd gaat het in de gado-gado. En Kenikir is een groen blad dat je in de lalap gebruikt. Het water loopt me al in de mond. Zeker wil ik op zoek naar Genjer, een watergroente die naar aspergesmaakt. Je eet de knoppen, bladeren en de stengel, die je in de lalap, sambal goreng, tumis of sajoer doet.
Wat een inspiratie. Ik voorzie een exotisch najaar tussen alle historische experimenten door. Het boekje gaat voorlopig mee in de auto. Als ik een toko zie kan ik uit de voeten.