Herendinertje (Adellijk Tafelen 2)
Her en der bestaat het ‘herendiner’ nog, denk aan Sociëteit de Witte in Den Haag, of de Industriële Club in Amsterdam, de maaltijden van Rotarians, Lions en Kiwani’s, en de jaarclubs van de studentencorpora. Het is dan nu wel een beetje een uitgestorven fenomeen – de meeste clubs zijn inmiddels ‘gemengd’ – in ‘Vin-je dat we een hoed op moeten’ (1993) van Agnies Pauw van Wieldrecht vind je een menu. Dit Herendiner vond in 1932 plaats, vermoedelijk een reünie van het dispuut van papa, die rechten studeerde in Utrecht. Ofschoon ‘thuis’ nooit oesters op tafel kwamen zie je dat deze 28 oktober 1932 wel degelijk op het menu staan. Het is zo’n verguisd ‘ouderwets’ vóóroorlogs ellenlang menu, dat door de zusjes verguisd werd.
Menu
Huîtres de Zélande (oesters van de Zeeuwse kweek)
Délices Parisiennes (waarschijnlijk iets van feuilletéedeeghapjes)
Crême de Volailles (kippensoep)
Tranche de turbot, (gekookt, met gekookte aardappeltjes en gesmolten boter)
Coeur de boeuf à la jardinière, pommes château (runderhart met allerhande groente en krieltjes)
Aspergepunten à la crême.
Sorbet au Kirsch
Poulet de grain rôti, compôte de pêche, pommes frites (geroosterde kip, perzikencompote, gebakken of gefrituurde aardappelen)
Verse kreeft (dus niet uit blik) met de harten van kropsla.
Pêche Melba
Fromage assorti
Dessert
Opmerkelijk hieraan is dat er drie maal aardappelen voorkomen, ook al zijn die drie keer anders bereid. En twee maal perzik (uit blik). Men dééd nog wel lange 19de eeuw, maar redde dat toch niet qua gastronomische kennis en ambitie. Ze zullen het wel heel netjes hebben weggewerkt.
Bron: Het dialect van de adel, Grootmama mogen we kluiven en Vin-je dat we een hoed op moeten, Agnies Pauw van Wieldrecht, 1885- 1993 (Uitgeverij HES en daarna Thomas Rap). Nog goed 2de hands te krijgen.