Erwten eters
In één van mijn handboeken staat een prachtige afbeelding van een 17e eeuws schilderij waarop een boerenechtpaar een kommetje erwten eet. Maar wat voor erwten zijn het? Zijn ze echt een beetje melig lichtgroen? Of toch meer richting kikkerwten? In ieder geval moet je ze een beetje samen kunnen knijpen tot een kluitje en in je mond stoppen. Zacht gekookt dus, maar geen soep.
Het schilderij is gemaakt door George de la Tour, die vooral in Lotharingen werkte.
In 1560 schreef de lijfarts van Koning Henry IV, Bruyerin-Champier : ‘Koningen en courtisanes zijn dol op erwten, vooral als ze met varkensvlees zijn breid. Er is niets smakelijkers dan een gezouten varkenrib met erwten.’
In Engeland in die tijd kennen ze al verschillende rassen erwten. De tuinboeken maken onderscheid tussen velderwten en tuinerwten. Waaronder de in de middeleeuwen uit Frankrijk geïmporteerde Ronceval, afkomstig uit de streek van het Chanson de Roland, Roncevaux.
Zeven typen erwten worden in ons land onderscheiden rond 1600, ingedeeld naar kleur, omvang en de hoogte van de plant. De ambassadeur van Frankrijk introduceert in die tijd ook het ‘peultje’, maar de erwt deed het beter in de Hollandse smaak.
Hebben we het dan over de grauwe of de groene of de gele erwt? Pas in 1660 – zo zegt men – kwam het kleine groene erwtje uit Italië. Madame de Maintenon – de maitresse van Franse koning Lodewijk XIV kon er naar zij schrijft in 1669 geen genoeg van krijgen.
Op het Franse platteland blijft de erwt zoals geschilderd door De la Tour, de droge erwt dus, populair. Ook de kenners weten niet of het hier nu om de kikkererwt gaat of de grauwe erwt. Het zou om voedselbedeling gaan, arme boeren en arme lieden in de stad waren blij met een kommetje erwten. Ach, ik haal mijn neus er zeker niet voor op. Lekker stoven met boter, heel veel platte peterselie, en een sjalotje.