Kreeftenboter Wecken
Eén van mijn nieuwe weesboekjes heet ‘Koche auf Vorrat! Het zijn instructies van en voor Wecken. En hoewel het boekje op goedkoop papier gedrukt is en nu ernstig vergeeld, blijft de vormgeving prachtig uit de periode van de vorige eeuwwisseling. Het Wecken is vernoemd naar de oprichter van de inmaakglazenfabriek Johan Weck, die niet de uitvinder was van het conserveren van voedsel op deze manier (dat was de Fransman Appert), maar die er wel een groot succes van maakte. Johan Weck begon zijn activiteiten met de steriliseerglazen en bijpassend afsluitsystem, nadat hij in 1895 het patent gekocht had.
Wie was deze man die zijn naam zo onlosmakelijk verbond met inmaken? Johann Carl Weck werd in 1841 in een dorpje in de Taunus geboren. Was het ‘wecken’ meteen een succes? Niet echt. Zijn vertegenwoordiger in Emmerick, Georg van Eyck maakte meer winst op de verkoop dan Weck zelf. Er zat niets anders op dan Van Eyck als compagnon bij het bedrijf te betrekken en in 1900 gaat dan de firma J. Weck & Co van start in Zuid-Duitsland. Weck liet zijn naam als ‘product’ beschermen (hoe vooruitstrevend!)en later ‘Wecken’ als werkwoord in het woordenboek opnemen.
Van Eyck ging als verkoopmanager voortvarend aan de slag. En met succes. Weck overleed in 1914 in de Elzas, dat toen (nog, weer) van Duitsland was. Van Eyck ging nog door tot 1924, deed een beetje aan politiek in de tussentijd en ging daarna rentenieren in Baden-Baden.
Dit boekje moet dus één van de eerste uitgaven zijn om het volk aan het Wecken te krijgen. Behalve een degelijk stuk tekst met plaatjes over de installatie en de theorie achter het steriliseren, zijn er veel heel smakelijke recepten. Alles kon worden ingemaakt. Groente, fruit, vlees, wild, gevogelte en vis, schelp- en schaaldieren.
De meeste recepten beslaan een halve pagina of meer, te lang om hier te herhalen. Apart – in deze tijden van overvloedige rivierkreeften – is de kreeftenboter. Relatief kort. Lees maar even mijn vertaling en hertaling mee:
Kreeftenboter
De goed schoongemaakte en gedroogde kreeftpantsers stamp je niet te fijn. Je zet ze met zeer zuivere boter in een schaal enige uren op een heel zacht vuurtje op het fornuis, zodat de boter niet bruin kan worden. Daarna giet je heet water op en laat de boter nog een keer tegen de kook aan komen en dan giet je alles in een voorverwarmde Weckfles. Wanneer de massa gestold is, schep je er van boven de zuivere kreeftenboter af en steriliseert die in kleine afsluitbare potjes een uur op 100 graden Celsius.
Gewoon leuk om te maken een keer, die kreeftenboter. Lijkt me heerlijk op een geroosterd dun wit boterhammetje bij een koel glaasje wit. De vorige keer heb ik de schalen van de kreeftjes weggegooid na er bouillon van getrokken te hebben. Ik weet nu wel beter. Dit roept om een experiment.