Vrolijke Keuken
Soms kom je op onverwachte plaatsen een samenwerking tussen industrie en ‘onafhankelijke’ journalistiek tegen. Columnisten die meewerken aan een gesponsord werkje. Zo ontstond De Vrolijke Keuken, onde redactie van Annie M.G. Schmidt. In opdracht van fabrikanten van huishoudelijke apparaten van merken die in sommige gevallen geheel in de vergeethoek zijn geraakt. Friventa, Modulinia bijvoorbeeld. Erres en Fasto kennen we nog wel. De bijdragen hebben allemaal een huishoudelijk karakter. Ze gaan over de afwas en koken, over elektrisch licht en wasmachines, over radio en televisie. De schrijvers? Annie MG zelf natuurlijk, maar ook Mies Bouwman, Mies Bouhuys, Marti Verdenius, Simon Carmiggelt, Leonard Vroman, Henriëtte van Eyk en meer. Recepten staan er niet in. De bijdrage van Henri Knap gaat over koken en heet Zó is er niets aan. Lees maar even een stukje mee:
Het éénpits kookstelleje, in de wandeling “komfoortje” genaamd is er gekomen (omdat mannen het zichzelf graag moeilijk maken). Het koken op dit komfoortje is een Herculestaak. In de eerste plaats moet men, zelfs onder het bereiden van een spiegelei, wel driemaal naar de drukmeter lopen, teneinde de gasdruk bij te regelen. In de tweede plaats zit er geen spaarbrander op. Men moet de pit dus laag draaien door de kraan, zoals dat heet, te “knijpen”. Dit “knijpen” nu is veel moeilijker dan het knijpen in een beminde, al heeft het met dit knijpen gemeen, dat men het vooral niet te veel , maar ook niet te weinig mot doen. Met een te weinig brandt alles aan. Met een te veel gaat alles uit. Ik bedoel de gasvlam.(…) Maar het allermoeilijkste van het komfoortje is wel dat het geen broertje heeft. Het is alléén. En daarom moet alles op dit éne komfoortje. Het op dit apparaat bereiden van een complete maaltijd, die gelijk iedereen in Nederland wet, uit drie gangen moet bestaan, is dan ook een karwei, waarbij iedere vrouw in snikken zou uitbarsten.
Maar dàn toont een man zich op zijn best. (…) Hij staat voor niets, zodra hij voor alles staat.
Laatst heb ik een drie gangen diner voor vier personen gekookt op dit éne kookstelletje en ik zal verklappen hoe. (…)
Eerst heb ik een zilverpapieren zakje genomn waarin zich gedroogde soep gedaan (volgt de bereiding van soep uit een pakje, de soep houdt hij warm aan het voeteneind in bed). In een één liter pan kokend water zet ik een groot blik bami. (…)Na twintig minuten plaats ik het blik onder een gootteendweiltje (tegen het spuiten) en zet ónder het dweiltje de blikopener in. Psssssjt! Ik doe de bami op een schaal, werp er kwakjes tomatensaus en scheuten woestersaus en rode sambal, en zet de schaal op het theelichtje. (…) Ik slinger nu de kleine koekenpan op het komfoortje en bak spiegeleieren en dek daarmee de bami af en dan roep ik ‘Aan Tafel!’
Henri Knap is nogal breedsprakig. De derde gang is oploskoffie met water op het komfoortje gekookt. Foei meneer Knap, ook al is het posthuum. Op één pitje kun je ook vers heel goed een driegangenmaaltijd voor vier personen koken! En om de jaren vijftig/zestig stijl te blijven: Pudding moet opstijven, die maak je eerst. Dan maak je een verse groentesoep die je warm kunt houden op de kachel, of inderdaad, in bed. Dan kook je rijst en die zet je ook gezellig in bed, naast de soep. Dan maak je iets van ratatouille of ragout. En een salade, daar heb je dat komfoortje helemaal niet voor nodig. Prima maaltijd op één pit.
Ik ben ook niet onder de indruk van de kookkunsten van Dhr Knap. Zo ben ik meerdere vakantie doorgekomen met een 1-pits gasstelletje (zo'n bekende blauwe) alwaar ik elke dag een 2-gangen maaltijd op gekookt heb. En ik behoef daarvoor geen applaus. 😉