Vroege kruidnagel?
Toen ik een paar jaar geleden voor Bouillon! een artikel schreef over het (culinaire)gebruik van kruidnagelen in Europa, hoopte ik alsmaar op een mooie kruidnagelvondst van eigen bodem. Die hoop heb ik nog steeds, want mijn hoop is gevestigd op Dorestad. Het zou me niets verbazen als er daar ooit één opduikt. Kruidnagelen waren in de Karolingische tijd zeer schaars en dus heel kostbaar. De Romeinen kenden ze wel, maar gebruikten ze voor geurolie en niet in de keuken. In het latere aanhangsel van Apicius komen ze wel voor in de lijst van gewenste keldervoorraad, maar in geen enkel recept. Het gebruik vond ik pas terug aan het Frankische hof in Metz, begin 6e eeuw, dus ook al heel vroeg. Maar in ons land? Dan schiet je toch al snel de middeleeuwen in voor vermeldingen in primaire bronnen.
Archeologisch gezien blijkt Vlissingen op specerijgebied een verrassing in petto te hebben. Daar is uitvoerig onderzoek gedaan bij de herinrichting van de stad. Ook het leven rond de Spuistraat is in kaart gebracht. Met bewoningssporen vanaf de 14e eeuw. Culinair gezien zijn de beerputten en waterputten altijd het meest interessant. Maar helaas waren een aantal daarvan al gesloopt. Toch leverden de opgravingen opmerkelijk nieuws op. Op het menu stonden rogge, boekweit, rund, schaap, geit en varken, kip, eend en gans. Vis natuurlijk ook, hoe kan het anders op Walcheren: heilbot, rog, tarbot, tong, kabeljauw, paling, haring en meer.
Fruit beperkte zich in de 16e eeuw nog vooral tot noten en kastanjes, maar in de 17e eeuw zie je een toename aan soorten, waaronder aardbeien en kersen.
Maar het gaat mij natuurlijk om de specerijen en kruiden. En die zijn er vanaf de 17e eeuw ook volop: anijs, koriander, kervel, mosterd én kruidnagel. In die tijd kennelijk al zo volop op voorraad en zo betaalbaar, dat er wel eens een kruidnagel zoek raakte of met de restjes werd weggegooid. Archeologisch gezien is dat dan nu wel een vroege kruidnagel, culinair gezien is dat al behoorlijk laat!