Vooruit met de beschuit
Vijftien cent diende de zuinige Nederlandse huisvrouw neer te tellen voor dit Verkade-receptenboekje. Reclame om ons meer beschuiten dan ooit te laten eten, maar iets gratis weggeven was net weer net té aardig geweest. Zo te zien stamt het foldertje uit de jaren vijftig, of begin jaren zestig toen de jolige permanent zijn intrede deed, en het voorhoofd fris onbedekt diende te zijn.
Ooit bedacht dat je beschuiten zou kunnen bakken en dan met geraspte chocola bedekt op elkaar klappen als nagerecht? Of gebakken beschuiten met een flinke plak kaas erop serveren bij de bloemkool? Of er een omelet van maken met spek of ham? Nee toch? Gaan we het doen? Nee toch?
Beschuitjes horen bij het ontbijt, lekker dik met roomboter, of jam, of aardbeien, of honing. Of door de yoghurt gebrokkeld. Desnoods als toetje met appelmoes en vla, of rabarber.
Staan er eigenlijk recepten in die niet direct tot afgrijzen aanleiding geven? (Ik snap dat bakken van hele of gekruimelde beschuiten niet zo, die dingen zijn toch bedoeld om bros en knapperig te zijn?)
Vooruit, de beschuit met gebakken appel kan er met een beetje aanpassing mee door.
Beschuit met gebakken appel
Dit heb je nodig:vier beschuiten, 4 plakken appel, hangop van een halve liter yoghurt, circa 40 gram suiker, snuf kaneel, circa 30 gram boter.
En zo doe je het: Eigenlijk moet je de beschuiten in 50 gram boter bakken, maar dat slaan we over, we nemen knapperige verse beschuiten en leggen er op ieder bordje één. Bak de schijven appel – klokhuis eruit – in 30 gram boter aan beide zijden goudbruin. Leg ze op de beschuiten en strooi er wat met kaneel vermengde suiker over. Meng de rest van de suiker door de hangop en garneer daar de appelbeschuiten mee.