Uijensoep
Tijdreizen in de 19de eeuw, het blijft leuk. Aan het eind van de middag mag ik optreden bij Tijd voor Max met het eten van Koning Willem I. Of we daar wat van weten. Nou en of, ik heb de menu’s bestudeerd deze zomer. Vereist meer onderzoek om een en ander te kunnen ‘duiden’. Januari! Even geduld dus. En vandaag bij Max een recept voor een zeer populair soepje in de 19de eeuw. Blijft de hele eeuw op de koninklijke dis staan. Ga ik morgen wel over bloggen.
Intussen een ander lekker soepje. Kon gisteren hele mooi roodblonde uien krijgen, die heel geschikt zijn voor de soep. Hier een recept uit 1857. Heel bruikbaar, al gebruik ik liever olie dan boter, en rijstbloem in plaats van tarwebloem:
Soep van Uijen
Doe in een casserol een goed stuk boter en laat dit heet worden, maar niet bruin. Voeg daar bij enige zeer fijn gehakte uien en laat die fruiten. Zodra ze bruin beginnen te worden voeg je er drie of vier eetlepels bloem bij en dan laat je het al roerende geheel bruin fruiten. Vervolgens doe je er jus en bouillon bij en laat je het samen goed doorkoken. Je dient het op over een geroosterde boterham of croutons.
En dan roepen wij natuurlijk: en waar is de geraspte kaas? Mag er van mij door. Beetje pittige, oude geitenkaas bijvoorbeeld.
In plaats van jus en bouillon neem ik ook gewoon zelfgetrokken kruidige groentebouillon met een stukje foelie er in. Foelie en ui gaat heel goed samen. Dat wordt dus dubbel soep maken vandaag!
Het plaatje is van Auguste Renoir, mijn uien lijken er wel een beetje op, het meest op die links voor.