Tulpenbollensoep
Gisteren ving ik een quote op via De Wereld Draait Door. Wouter Prudon, deeltijdcineast, maar vooral lid van de band Chef’Special, was te gast met één van zijn grootmoeders. Ooit was hij van plan een documentaire te maken over de belevenissen van de oma’s in de oorlog. De een in Nederland, de ander in een Jappenkamp. Het citaat dat hij aanhaalde was (als ik het goed onthouden heb): oorlog slaapt met één oog open.
Beklemmend beeld. Maar zo waar.
Vandaag 4 mei herdenken we de gevolgen van oorlog, de slachtoffers, de overlevenden die nooit zullen en kunnen vergeten. Het is altijd gemakkelijk wanneer je kunt zeggen dat je vader een verzetsheld was. Iemand die aan de ‘goede’ kant stond. Er is natuurlijk meer. De familieleden die ‘verdwenen’ en nooit terugkeerden en waar hoofdschuddend over gezwegen werd. De familieleden die net niet overleefden. Die uit het Jappenkamp kwamen en daags daarna alsnog bezweken. De broodmagere en gefrustreerde onderduikers. De stille verzetsmensen, waarvan pas 5 mei 1945 bleek wat hun bijdrage was. Degene die in de gaarkeukens werkten. Degene die op voedseltocht gingen. Maar daarnaast de ‘lauwen’, de familieleden die gewoon hun best deden om te overleven zonder op te vallen. En de hongerwinter door te komen.
Mijn moeder kon levendig vertellen over ‘de oorlog’, alsof er maar één oorlog in de wereld gewoed heeft ooit. Over de tulpenbollen die uit nood op tafel kwamen en de heilige pot met bruine bonen, de laatste noodvoorraad. Over de weeë geur van de suikerbieten die ze tot prut kookten om er stroop uit te winnen. Over lawaaisaus: er ging niets in maar het maakte veel herrie en verving jus. Over de voedseltochten met de fiets met het houten wiel en de tuinslangband om het andere wiel. Over het dilemma als je je broodbon had ingeleverd en dus een half je brood bezat. At je dat dan gulzig achter elkaar op, of at je heel rationeel iedere dag één boterhammetje tot je weer een bon bij de bakker kon gaan inleveren? Denk daar vandaag maar eens aan, wanneer je het zaterdagse boodschappenkarretje haast gedachteloos vult. Of moppert bij een leeg schap.
Tulpenbollensoep
Was het zand van de tulpenbollen, verwijder krans en bast, snijd de bollen overlangs door en verwijder de groene pit. Je kookt ze in ongeveer tien minuten gaar.
Je kunt ze in de stamppot doen, maar je kunt er ook soep van maken. Dat ging in de hongerwinter in de gaarkeuken ongeveer zo:
Twee kilo schoongemaakte tulpenbollen kook je gaar in water en daarna stamp je ze fijn. Verdun de bollen dan met vijf liter water en doe er soepgroente bij uit het seizoen. Voeg zout en specerijen toe als die er zijn. Of een bouillonblokje, als dat er is. Of een restje vet, als dat er nog is.
Voedingswaarde van tulpenbollen kom je nauwelijks tegen, al beweerde men dat deze twee keer zo hoog was als die van de aardappel.