Tuinen van Babylon
Gisteren zat ik te bladeren in het juninummer van L’Ami des Jardins uit 1951. Veel over prei worteltjes, sla en meloen, maar ook een redactioneel stukje over tuingeschiedenis. Over de hangende tuinen van Babylon, de tuinen van de Egyptenaren en zover. Ik ga er een stukje van vertalen de komende dagen, te beginnen bij Babylon. Want het is leuk om te lezen hoe men over de tuingeschiedenis dacht 60 jaar geleden. We hebben wel wat nieuwe inzichten ontwikkeld sindsdien.
De hangende tuinen van Babylon zijn één van de zeven wereldwonderen. Van deze tuinen kun je vandaag de dag nog de fundamenten zien in de omgeving van Haellah aan de Eufraat. Maar we kennen ze vooral uit de beschrijvingen van bijvoorbeeld de Romeinse senator en geschiedschrijver Rufius Quintus Curtius, die in het jaar 53 van onze jaartelling overleed. De tuinen zijn ontworpen door koningin Semiramis en gerestaureerd door Nebukadnezar (605-562 BC) en ze telden twintig verdiepingen van terrassen in amfitheater opstelling. De hoogste verdieping was 25 meter boven het maaiveld.
Maar wat er groeide? Dat wordt niet vermeld, er staat “bloemen’ Merkwaardig voor een tuintijdschrift! Gelukkig zijn er andere bronnen. Als het om de eetbaarheden gaat zeker: ui, prei, worteltjes, bietjes, sla, en van allerlei uit de zeer uitgebreide familie van de curcubitaceae. Kijk, daar hadden ze het in het juninummer verder dus wel over.