Stoofpeertjes op z’n Duits
Van één van de overbuurjongens (dank je wel Valentijn) kregen we stoofpeertjes (met donatie in het spaarvarkentje natuurlijk), lekkere Brederodes. Beetje uit de mode geraakt ras, maar erg, erg smaakvol. Wat doen we er deze keer mee? Er ligt hier een prachtig Duits kookboek (Dank je wel Marianne) waar ik als maar verlekkerd in zit te bladeren. Doet Frau Löffler-Bechtel aan peertjes in de pan? Sicher! Lees maar even mee, al maakt deze Duitse dame geen onderscheid tussen handperen en stoofperen:
Perencompote
Men neemt goede peren, schilt ze dun af, verwijdert het steeltje, halveert ze en verwijdert het klokhuis. In de ene helft steek je een kruidnagel, in de andere een stukje kaneel. Dan zet je alle helften tegen elkaar aangedrukt rechtop in een pan en giet er 2 delen witte wijn en 1 deel water op, zodat ze net onder staan. Je doet er ook suiker en wat citroenschil bij en dan laat je ze met een deksel erop net zo lang koken tot de peertjes zacht zijn en het sap een beetje is ingekookt. Dan leg je ze op een schaal en zeeft het ingekookte sap en giet dat over de peertjes.
Klinkt heerlijk en eenvoudig. Ik kan het haast al ruiken. Het ruikt zelfs een beetje naar Sinterklaas.
En als je geen wijn wilt gebruiken, dan doe je er alleen water en citroenschil bij. En misschien een scheutje appelsap of vlierbloesemsiroop.