Snert
Was er deze winter nog helemaal niet aan begonnen, snert maken. Het was er eigenlijk nog geen weer voor. Dat excuus heb ik nu niet meer. Maar ik ga hem wel van gele spliterwten maken. Ook dat is historisch verantwoord in dit land. Hier het recept van mevrouw A. Simonsz, Geïllustreerd kookboek 1903.
Erwtensoep (tot op de halve cent berekend)
Dit heb je nodig: ½ liter groene erwten of spliterwten (10 cent)
4 liter water
15 gram zout (halve cent)
1 varkenspoot (kniestuk) (40 cent)
eenige preien, 1 selderijknol, q bosje selderij (samen 10 cent)
250 gram versche worst (varkens) (25 cent)
(Samen 85, 5 cent)
En zo doe je het: De erwten wasschen en een nacht laten weeken, den volgenden dag ze in hetzelfde water opzetten, met de gewasschen varkenspoot, de fijngesneden selderijknol, selderijgroen en preien. Laat de soep eenige uren koken. Als de erwten gaar worden, gaan de schillen drijven; deze verwijderd men, voegt het zout toe en laat de soep verder koken, tot ze gaar is. De worst wordt gewasschen en drie kwartier voor de soep klaar moet zijn, meegekookt. Spliterwten zijn erwten, waarvan de schil afgenomen is. Erwtensoep van spliterwten bereid is vlugger gaar dan soep van heele erwten. Bij erwtensoep worden stukjes geroosterd brood gegeven.
Mevtrouw Simonsz was gediplomeerd lerares in het koken en directrice van Instituut ‘Nova’ in Bussum, de betere huishoudschool. Zoals je ziet werd de soep toen van óf hele droogerwten gemaakt, of van spliterwten. En zonder wortelen!
Het is snertweer, ja 😉
Leuk dat jij historisch verantwoorde snert kookt. Ik kookte de nieuwe ontwikkeling: snert 2.0. Te lezen op m'n blog.