Navigation Menu+

Rivierkreeftjes

16 april 2012 door in Blogger | 3 reacties


Dagvers waren ze. We hadden ze zelf onder deskundige leiding van binnenwatervisser André opgehaald uit de fuiken in de Alblasserwaard. Gemene dingen zijn het, die ondergrondse gangen in de weilanden spitten, waardoor koeien in de gaten kunnen zakken en een poot breken. En dat wil je niet als boer. Dus huur je André in om je sloten te oogsten. Die gaat een aantal maanden z’n gang precies tot half april. Dan is de pret voorbij. Ze zijn ook het lekkerst als ze uit koud water komen. Hoe kwam ik daar nou weer bij terecht? Edwin Florès van Casa Foresta schreef een workshopje uit met de intrigerende titel ‘Zoetwatervissen’. Van dat onderwerp weet ik veel te weinig af, dus dit was mijn kans. Want in oude kookboeken kom je veel vergeten vissen tegen en ik vroeg me af of die nog wel in onze binnenwateren zouden rondzwemmen. De blankvoorn en de pos, de alver en de baars. Kijk, van paling en forel heeft iedereen wel gehoord. Maar om duurzaam vis te eten is het slim om juist die niet-courante vergeten vissen terug op tafel te halen. Er is tenslotte een goede reden geweest om ze ooit te waarderen. Daarover morgen meer, want ik heb veel geleerd. Eerst de kreeftjes.

We vingen ook een aantal moederkreeften met talloze baby’s op hun buik. Die hangen daar een beetje rond tot moeders ze groot genoeg vindt en dan kruipt ze uit haar hol en gaat ze overal langs de slootkant op veilige plekjes verstoppen. Zelfs die millimeter grote (kleine) kreeftjes dreigen al met hun ieniemienieschaartjes als ze in een vreemde omgeving zijn. Het is trouwens vreemd volk. We hebben wel inheemse rivierkreeften, maar we lijden vooral onder een plaag van zeer succesvolle exoten. Wel iets van zeven soorten. We bewijzen onze natuur en onze boeren een dienst door ze rücksichtslos op te eten. Want lekker zijn ze wel.

Buiten werden de kreeftjes in hete olie gebakken en afgeblust met wijn en op smaak gebracht met gember, rode peper en knoflook. Thuis lieten we de kreeften twee keer een half uur in schoon water rondbanjeren. Daarna kookten we ze en aten we ze met een goede knoflookmayonaise. Nu even geduld tot het najaar dus. Maar gaan we dan allemaal massaal aan de rivierkreeft? Maken we de boeren én de binnenwatervissers blij.

3 Reacties

  1. Dat klinkt wel erg lekker!
    Ik heb ergens een boek en daar staat 'prik' in, lijkt me geen lekker dier. Het is officieel niet eens een vis, volgens mij.
    🙂
    Leuk stuk!

  2. Prikken zijn wel vissen, aasvissen voor grotere vissen als kabeljauw vroeger. Jongste maatje aan boord werd gepest, die moest een prik in zijn mond stoppen. Inderdaad: prik!

  3. Waarom kunnen de rivierkreeftjes niet jarrond gevangen worden eigenlijk?
    Overigens is de inheemse rivierkreeft erg zeldzaam,ten tijde van mijn studie waren ze alleen nog te vinden in een kraakheldere beek ten noorden van Arnhem.

Tags: