Pomander
Gisteren kwam een vraagje achterom: wat is nou een pomander? Waar komt het woord vandaan?
Een pomander is een geurbol, vaak met verschillende vakjes, waar geurstoffen in gaan. Voor het eerst duikt het woord op in Franse bronnen, maar we weten dat ze ook al in Venetië in gebruik waren in het midden van de 13e eeuw. De oorsprong moet in het midden-oosten gezocht worden, vermoedelijk hebben de kruisridders ze meegenomen uit Byzantium, of Palestina. Misschien moet de herkomst nog wel verder naar het Oosten gezocht worden: Mesopotamië, het Perzische rijk.
De naam komt van pomme en amber, ambergris is één van de dierlijke geurstoffen die er in ging, maar er zaten natuurlijk ook plantaardige geurstoffen in zo’n geurbol. Denk aan rozemarijn, kaneel, citrusschil, rozen. De pomanders zijn gemaakt van zilver of goud en hangen aan kettingen om de nek, aan de gordel, of aan de rozenkrans. Pomander slaat dus zowel op de inhoud als de vorm. Nog tot in de 17e eeuw populair.
Niet alleen vanwege de lekkere geurtjes, nodig om de onprettige geuren van de omgeving of het eigen ongewassen lijf of lijfgoed te verdoezelen. Ook meende men dat het tegen besmettelijke ziekten beschermde.
In het Duits heten ze overigens Bisamapfel. Ook naar de dierlijke geurstoffen. Kostbaar en dus hogelijk gewaardeerd. Bevergeil, ambergris van de potvis, muskus van de civetkat. Nog steeds in parfums te vinden trouwens.