Paprikasalsa
Jarenlang ben ik niet zo dol op paprika geweest. Gebruikte het wel, maar zeker niet in de hoofdrol. Rauw, zoals veel mensen ze eten, bevalt me niet. Ik ga er ontzettend onelegant van boeren en dat is niet zo gezellig voor de rest van de mensheid. Gelukkig ontdekte ik het grillen van de paprika. En sindsdien gaan er regelmatig een paar paprika’s in verschillende gerechten. Dit recept voor een salsa is een blijvertje, het staat ook in mijn boek Lekker Glutenvrij. En het is ook al eens op dit blog verschenen. Maar we hebben een nieuwe versie ervan, die de moeite van het proberen waard is. Heeft alles te maken met het fruit dat nu in de tuin te plukken valt. Ik had er graag een foto van laten zien, maar helaas wil die niet uit mijn telefoon naar mijn mailbox vliegen. Deze van de begeleidende superreuzengarnalen wel. De raadselen der techniek. En ja, we waren weer leuk aan het buitenspelen met het vuurduveltje. Dat blijft leuk en dus moet je daar steeds eten voor bedenken.
Deze garnalen bevatten per stuk ongeveer genoeg eiwitten voor een dag. De rest van de maaltijd bestond dus uit groente en fruit: sla met noten en lente-ui, gegrilde courgette, afknaagplakken watermeloen. Waarbij deze saus prima past.
Paprikasalsa met rood fruit
Dit heb je nodig: 2 rode puntpaprika’s, 2 eetlepels olijfolie, 1 eetlepel frambozenazijn, 1 eetlepel rietsuiker, 1 rode chilipeper, de zaadlijst verwijderd en fijngehakt, 1 gesnipperde rode ui, 2 eetlepels fijngehakt peterselieblad, handje (bos)aardbeitjes, handje frambozen.
En zo doe je het: grill de rode paprika’s tot de schil zwart geblakerd is. Draai ze af en toe om, zodat ze aan alle kanten kunnen roosteren. Laat ze afkoelen in een afgesloten plastic zak. Daarna verwijder je de schil en de zaadlijsten. Snijd het vruchtvlees in blokjes. Roer de rietsuiker door de olie en de frambozenazijn. Doe de paprikastukjes in een kom en schep er de rest van de ingrediĆ«nten door. Sprenkel er de vinaigrette over en hussel voorzichtig door elkaar. Zet de salsa afgedekt weg op een koele plaats, zodat het spul een beetje aan elkaar kan wennen.