Pannenkoeken van Saartje
Het schijnt vandaag pannenkoekendag te zijn, zo lees ik in mijn tijdlijn op Twitter. Het volksvoedsel voor de armen. Maar ook een lekker warm tussendoortje. Saartje Burgerhart moet ze in de 18e eeuw bakken voor het bezoek van haar tante. Maar ze eet ze lekker zelf in de keuken op, vers uit de pan. Zo staat het er:
Daar kwam Broeder, een luije zuipzak van een Kerel, in een paarschen
Japon; (men zou wel zeggen, wie of zo een verlopen Slagers Knegt toch
een Japon heeft leren dragen.) ‘Welkom Broertje, wel hoe is het nu nog
al met je?’ – ‘’t Gaat nog al; maar men hoofd, men hoofd!’ – ‘Wel, dat
is droevig, maar je vergt je ook wat véél.’ – ‘Ja ‘t is myn
Amtsbezigheid; en hoe vaart Zuster? Je schynt wel wat onthutst.’ – ‘Ja,
dat ben ik ook, ‘t is niet altyd het effen wegje, Broêrtje.’ (Tegen
Bregt.) ‘Ei meid, is er niet wat? dan zou Broeder hier maar familiair
blyven.’ (Tegen my.) ‘Toe, lieve Saartje, (was dat uittestaan, lieve
Saartje, en myn wang gloeide nog van den slag,) bak jy nou ereis
schielykjes wat dunne Pannekoekjes, Broeder
lust ze zo graag.’ Ik sloot myn Clavier, en zei: ‘t is wel, Tante. Ik
ging naar de Keuken, en bakte helder door;
maar-ik-at-die-al-bakkende-zelf-op.
Om ze snel te kunnen bakken, mag je veronderstellen dat het beslag al gereed staat. Uit experiment weet ik dat pannenkoekenbeslag met gist afgedekt met een vochtige doek en bewaard in de kelder een paar dagen goed blijft. Hoef je alleen maar even wat te roeren en misschien wat melk toe te voegen. Snelle snack dus.
Hier een 18e-eeuws recept
Pannekoeken zonder booter, hoe men die bakken zal
Neem bij een pintje room (0,6 liter ongeveer) zes eieren, acht loot suiker (ca 120 gram), wat fijngestampte foelie of nootmuskaat, en dan zoveel meel erbij als je nodig hebt om de gebruikelijke dikte te krijgen. Maar het deeg moet niet te dik zijn. Roer het goed en klop het wat op. Bak er pannenkoeken van.
Het onderschrift bij het plaatje laat nog eens zien dat de verhouding tussen Tante (met het bollebuijsjesfiguur) en haar nichtje Saartje allerminst plezierig was.
Bollebuijsjes zijn poffertjes.