Omeletreepjes voor in de soep
Vanwege het nieuwe onderzoek arriveert er wekelijks wel een boek of twee met de post. Dus tussen alle buitenhuizigheden wordt er veel gelezen. En een heel Frans jargon waarvan ik mij meester moet maken. Boeiende lectuur gelukkig, dus het is geen straf. Omdat het als maar over eten gaat koken we simpel en zonder al te veel omhaal. Maar wel met 19de-eeuwse inspiratie. De tuin moet leeggegeten in september, leert het menuhoofdstuk van Henriƫtte. Veel groente dus. Ook als soep. Een lekkere groentesoep met prei, wortelen, selderij, boontjes, bloemkool en aardappel is zo gemaakt. Wat doe je er door om het op te leuken? Henriƫtte suggereert pasta, of iets vlezigs of eierreepjes. Dat laatste is leuk en gemakkelijk.
Omeletreepjes
Kluts twee eieren goed dooreen met wat zout, peper en als je wilt wat piepklein gesneden groene kruiden of geraspte kaas, of alletwee. Doe wat olie of boter in een koekenpan en verhit die, maar niet zo dat de damp er af slaat. Giet daarin het eimengsel en laat het heel dun uitlopen over de hele bodem van de pan. Flinterdun moet het zijn. Vuur laag, deksel erop, minuutje en het omeletje is droog.
Gauw op een groot bord of een snijplank laten glijden en laten afkoelen. Oprollen, reepjes snijden. Soep in de kommen, reepjes erop. Lepelen maar.