Naar Zee!
Vandaag ga ik naar Yerseke om naar het water te kijken. Wij associƫren die streek natuurlijk vooral met oesters. Komen beslist ook aan bod. Maar ik wil eigenlijk gewoon het water zien, en peuteren met een stokje in de slikken en schorren, gewoon omdat dat zo leuk is. Kijken of er krabbetjes in de haven zitten, en schelpjes op het strand liggen. In een ander leven was ik vast strandjutter geworden. Altijd meer gefascineerd door wat je vindt, dan door wat je moet vinden. Wat je zo maar aantreft vertelt een verhaal. Waar je naar op zoek gaat vertelt eerder jouw verhaal. Alles wat je vindt roept vragen op. Waar komt het vandaan? Wat doet het hier? Wat was dit stuk hout voor het wrakhout werd? Hoe komen die schelpen hier? Wat eten die krabben en wie eten de krabben? En altijd heerlijk om naar de bedrijvigheid te kijken en over de einder te staren.
Met heel veel vragen ga ik naar Yerseke vandaag. Nog veel meer dan hier staan, want het is vooral een bedrijfsbezoek. Waarvan verslag volgt.
Om vast in de stemming te komen. Een oesterrecept uit vervlogen tijden.De 18e eeuw om precies te zijn. Hier mijn hertaling:
Gestoofde oesters
Dit heb je nodig: per persoon vier tot zes oesters, het bijbehorende vocht, per persoon een halve beschuit, een stukje foelie, wat vers geraspte nootmuskaat, een klontje boter per persoon, citroen- of limoensap
.
En zo doe je het; Neem de oesters en het sap uit de schelpen en doe ze in een ovenschotel met het stukje foelie. Wrijf de beschuiten fijn en strooi die er over. Leg er de boter op en rasp er nootmuskaat over. Laat ze in de oven gaar stoven. Vlak voor het opdienen doe je er wat citroen- of limoensap bij