Meer salie
We blijven even in Engeland en duiken de Angelsaksische tijd in, de elfde eeuw om precies te zijn. Ook daar komt salie in de bronnen voor.
Aelfric Bata noemt in zijn Colloquies een lijst van zestig kruiden ‘en meer’ die in een Angelsaksische kloostertuin groeien. Salie is daar één van. Het kruid is ook in ziekenkostjes verwerkt, zoals dit: Klop eieren in boter boven vuur en voeg er salie en peper aan toe en gebruik vooral een schone pan met een beetje olie. Een soort Saksische salie-omelet dus.
En het gewas werd hoogstwaarschijnlijk bij het op smaak brengen van bier gebruikt, net als hop en gruit. En natuurlijk kon je er kokend water over gieten en een aftreksel van maken, saliewater. Maar dat is vooral voor de medicijnkast. Het gaat ons om het lekker. Hier een modern klassiek recept voor salieomelet.
Omelet met salie
Dit heb je nodig voor 2 personen: vier eieren, 1 eetlepel room,1 eetlepel boter, 6 grote verse saliebladeren, 4 eetlepels geraspte oude kaas.
En zo doe je het: Klop de eieren met de room in een kom los. Smelt de boter in een koekenpan boven matig vuur. Voeg de saliebladeren toe en bak die aan een kan een halve minuut of tot ze lichtbruin en geurig zijn. Keer ze om en doe er de geraspte kaas over. Bak nog eens vijftien tot twintig seconden en giet dan het eimengsel erover. Laat dat geheel garen – als je wilt met een deksel erop – en laat hem dan op een verwarmd bord glijden, bij voorkeur omgekeerd, zodat de saliebladeren en kaas boven liggen. Meteen opdissen en opeten!
Wat mij betreft kun je een snuf versgemalen peper aan het eimengsel toevoegen.