Lensvelt Nicola en meer Haagse nostalgie
Sponsors van een tentoonstelling uit 1928 in Den Haag. De lijst geeft een wereld weer die niet meer bestaat, maar waar ik nog wel het nodige van heb meegekregen.
Niet-eetbare opgemaakte schotels op de tafels zijn dankzij bemiddelen van de heer Roozen (Hotel Wittebrug) verkregen.
Hotel Wittebrug heeft moeten plaatsmaken voor nieuwbouw. Ik ben er ooit nog eens op een trouwreceptie geweest toen ik een jaar of 12 was in een door mijn moeder gefabriekt jurkje met een bolerootje dat je aan twee kanten kon dragen. Passend bij de stof van de jurk, of passend bij de grote roze zijden strik om het middel. Zo’n soort hotel was het.
Brood op de tafels 1500 en 1600 werd gebakken door de firma Lensvelt Nicola.
Ach ja, de bakker! In de Weissenbruchstraat in Den Haag was een filiaal, niet zo ver van de middelbare school waar ik heen ging. Je haalde het net in de kleine pauze. Puddingbroodje of iets gemaakt van aan elkaar geplakte kruimels. En dan waren er van de lange HBS-ers, zoals Bram Vermeulen, die een half brood kochten en zo achter elkaar uit de zak opaten. Daar had je ontzag voor als eersteklassertje. Bram Vermeulen is overleden in 2004 en Lensvelt Nicola sloot de deuren in 1966, althans de tearoom op de hoek van het Korte Voorhout en de Vijverberg.
Vruchten op de tafels worden in bruikleen afgestaan door de firma’s Pander en Hoyng. Het zal kunstfruit zijn geweest. Pander en Hoyng deden aan tafels en wat daar op stond, niet aan voedsel.
Eetbare opgemaakte schotels voor de verloting werden geleverd door de Heren Kemper, Roozen (die van Hotel Wittebrug), Monchen, Hazebroek, Streng en Dil. Vast de topkoks van de Haagse restaurants in die tijd.
Het boekje van Lensvelt Nicola is wel heel Haags, met de graaf van ‘In Den Haag daar woont een graaf’. Een ooievaar en de oranje huiskleur van de bakkerij.