Italianen en Groente – vervolg
Gisteren citeerde ik Giacomo Castelvetro (1546-1616), die in 1614 een verhandeling schreef over De vruchten, kruiden en groente van Italië. Hij deed dit om in de gunst te komen van Lucy, de gravin van Bedford, op zoek naar een nieuwe weldoener. Castelvetro was als protestant een inwijkeling in Engeland en daardoor afhankelijk van een maecenas. Die had hij gevonden in de broer van Lucy, maar helaas overleed broerlief sir John Harrington vroegtijdig. Dus er begon een speurtocht naar een opvolger.
Waarom deze belangstelling voor groente? In de loop van 16de eeuw wordt moestuinieren populair in Italië. Botanici als Pier Andrea Matteoli (1501-1577) en Ulisse Aldrovandi (1522-1605) publiceerden over gewassen en misschien maakten zij de salade wel populair. In Mantua in de eerste helft van de 16de eeuw bestelt Isabelle d’Este zaad voor speciale kolen, artisjokken en wat al niet aan groenvoer. Groente is niet langer ‘boerenkost’ maar een aangename luxe op de Renaissance-tafel. Een onderwerp waar je rustig culinair over kon schrijven.
In 1567 publiceert Costanco Felici van Piobbico een Lettera sulle insalate.
In de Opera van Bartolomeo Scappi (1570) vind je veel recepten in de menu’s al staan daar geen recepten voor opgeschreven. In 1627 schrijft medicus Salvatore Massiono een duimendik boek over salades. Castelvetro past keurig in dit rijtje en zal in Engeland John Evelyn geïnspireerd hebben tot zijn Acetaria, a discours in Salletts in 1699.
Ook beoogd maecenas Lucy was dol op tuinieren en dat is de reden voor deze verhandeling. Castelvetro hoopte daarmee haar sympathie te winnen. Helaas vergeefs. De van oorsprong bemiddelde bankierszoon zal vanwege zijn geloofsovertuiging ver weg van zijn familie en vaderland in Engeland in armoede sterven. Hij schreef over veel meer belangrijke onderwerpen, maar zijn moestuinboek is voor de culinair historicus aangename kost.
Giacomo Castelvetro The Fruit, Herbs & Vegetables of Italy, (1614), translated and introduced by Cilian Riley, 2012
Het raapje is van Aldrovandi.