Groentegeschiedenis – 1
Nieuw
het afgelopen jaar in de boekenkast is ook het boek van Evelyne Bloch-Dano, La
Fabuleuse Histoire des Légumes, uit 2008. Een lekker leesboek vol verhalen over
groente. Met één minpuntje voor de historicus: de schrijfster springt
chronologisch nog al eens heen en weer, en dat vind ik verwarrend. Maar verder
is het om te smullen.
Evelyne
won er een prijs mee, genoemd naar Eugénie Brazier, beter bekend als La Mère Brazier (1895-1977), een
beroemde Franse chef en de eerste vrouw die drie Michelinsterren verdiende. Ze
zette er Lyon als culinair paradijs mee op de kaart. Deze prijs is bedoeld voor
auteurs die het culinaire erfgoed van Frankrijk in stand houden.
Terug
naar het boek, dat best vertaald zou kunnen worden in het Nederlands. Je leest –
zoals vaker in Franse boeken – ook het nodige over filosofie, antropologie, literatuur en
kunst. Een combinatie waar ik dol op ben. Het laat je over de grenzen van
het onderwerp zelf heen kijken. Mij inspireert dat dan weer om de literatuur
dieper in te duiken.
Er staan algemene culinair historische verhalen in over de
middeleeuwen, de Renaissance en andere perioden, toegespitst op de smaak en de
groente. Met als strooigoed kadertjes, zoals dat over het woord ‘légume’. Dat komt uit het Latijn:
legumen, maar het is onduidelijk waar dat Latijnse woord dan vandaan komt. Men
zegt wel eens van het werkwoord ‘legere’, plukken, zoeken (en ja, ook lezen,
maar wij lezen heel bijbels ook de aren). In de 14de eeuw is het
woord le lesgum in omloop, een
verzamelnaam voor alles wat met eetbare planten te maken heft. In 1575 is het la légume, en een eeuw inmiddels weer
mannelijk – le légume. Dat heen en weer geslinger tussen geslacht en betekenis
is wel grappig. Er wordt kennelijk steeds gezocht naar wat we met groente precies bedoelen.
De Romeinen waren er
duidelijk over:
Legumen:
de peulvruchten in al hun (toen) bekende vormen, (légumineuses in het Frans).
Olus:
de groente die in de pot gaat. (later is
de naam vooral de pot, en nog weer later ook de inhoud: stoofpot, ouille, ook in onze vaderlandse
voedselgeschiedenis).
Frumenta:
de granen en grassen
Acétaria:
de groene groente die je aanmaakt met azijn.
In
Frankrijk is lang het woord’herbes’
gebruikt voor alles waar je een salade van maakte, maar dat geen wortel of knol
was. Pas in de 19de eeuw wordt ‘légumes’ de verzamelnaam voor alle
groente.
Wordt
vervolgd.