Groene groente van het seizoen
De Ervarene en Verstandige Hollandsche Huyshoudster leert ons in 1795 met de seizoenen te eten. Er staan veel waarheden als een koe in, maar het is gewoon leuk om te lezen. Ik hertaal een stukje:
Het voorjaar is zekerlijk het moelijkste voor een vrouw, die een deftige tafel moet verzorgen. Want men is de winterkost dan moe en de nieuwe groente en het voorjaarsfruit zijn nog duur en vaak moeilijk verkrijgbaar. Terwijl iedereen er naar uitkijkt.
Maar je moet wel een heel erge lekkerbek zijn als je van wat er wél voor handen is niet een goede maaltijd op tafel kan zetten.
Vis: rivierbot, elfs, snoek, zalm, heilbot, zeelt, pos en baars. Krab (plaatje) en kreeft.
Vlees: lam en kalf.
Gevogelte: jonge duiven en hoenders, kalkoenen.
Wild: de jonge lampreitjes die je uit de nesten graaft (jonge konijnen).
Voor een deftige tafel dus pasteien en ragouts met jonge duiven en kuiken, met gelardeerde zwezerikken, gebraden lamstongen en het gefruite restvlees van lammeren en frikadellen.
Daar serveer je de verse groente bij: jonge worteltjes, kropsla, bloemkool, andijvie, razijzen, postelein en wat er verder is.
Het nagerecht is het lastigste, omdat er weinig vers fruit is. Zodra er aardbeien en aalbessen zijn kun je die volop gebruiken. Verder zul je het moeten stellen met banket en allerhande gebakjes,
Inspiratie genoeg. Er is voldoende groene groente. Die stoven we lekker samen: spinazie, melde, snijbiet, zuring, jonge brandnetels, raapsteeltjes, andijvie. Van alles wat, zelfs kropsla kan er bij. Goed wassen en laten uitlekken. Flinke klont boter in een ruime pan, groente kort smoren. Handje krenten er door is lekker. En dan een losgeklopt ei erdoor voor de smeuïgheid. Zorg dat de groente niet suf wordt. Eventueel kun je er wat kaas door doen: roquefort, of geitenkaas.
Het is een snel recept. De meeste tijd zit in het kuisen van de groente.
Eet er gekookte krab bij, nu ook ‘tydig’.