Een Buitengewone Salade
Als de lente zich aandient beginnen bij mij de salade-kriebels. Knisperende blaadjes, frisse smaken, vrolijke kleurtjes. Om de een of andere reden heb ik daar in de winter helemaal zo’n trek niet in. Vroeger was dat natuurlijk ‘gewoon’, even naar de super hollen ongeacht de tijd van het jaar, voor een bak of zak sla naar keuze was er niet bij. Toch kwam niet alles van dichtbij. Een salade van granaatappelpitten uit 1651, uit het kookboek van Pierre la Varenne, vereist transport van zoete granaatappelen (je hebt ook zure). Het recept is simpel: granaatappelpitten op een schotel, rietsuiker er over en garneren met plakjes citroen. Een eeuw eerder zou ik daar kaneelsuiker hebben verwacht in plaats van pure rietsuiker. Maar dat is kennelijk al niet meer modieus. Terug naar de pure smaken.
Maar duidelijk hielden ze van een kleurrijk geheel op tafel, om de lente te vieren. Neem nou deze salade uit het midden van de 17de eeuw. Kijk maar naar dit recept voor een salade op een ronde schotel.
Een Buitengewone Salade
Leg in het midden een cirkel vijgenplakjes, daaromheen een ring krenten, kappertjes, amandelen, rozijnen door elkaar gehusseld. En dan olijven, plakjes biet, koolblaadjes, slablaadjes, plakjes komkommer. Aan de buitenkant leg je een rand van plakken sinaasappel of citroen, waarvan je de rand gekarteld hebt. Leg tussen de plakjes met amandel gevulde olijven.
Maak een vinaigrette en sprenkel die er over.
Tip: neem little gem sla, en de blaadjes van spruitjes. Je kunt ook de plakjes biet en komkommer halveren of vierendelen. Dat eet wat gemakkelijker.
Nog een tip? En dan een echt 17de-eeuwse? We moeten een porseleinen slakom gebruiken, of eentje van Delfts aardewerk. Niet te diep, niet te vlak, want tin en zilver reageren niet goed op het zuur van de azijn of het citroensap van de dressing.