Die mooie groene Reine-Claude
Het is pruimentijd hier in de tuin. We erfden een Reine-Claude die dit jaar tamelijk wat vruchten heeft na een snoeibeurtje. We plantten er dit voorjaar nog eentje bij, maar die draagt nog niet. Zo’n mooie ouderwetse groene of groengele pruim, die ooit uit Azië in Europa is beland. De naam is een eerbetoon aan de koningin van Frankrijk Claude, de echtgenote van koning Frans 1. Wie was zij?
13 oktober 1499 werd ze geboren als dochter van Lodewijk XII en Anne van Bretagne. Mama wilde graag dat zij met Karel de Vijfde – geboren in 1500 – zou trouwen en er werd daartoe in 1504 een verdrag getekend in Blois. Maar papa huwde haar liever uit aan zijn neef en troonopvolger François van Angoulême. Er volgde nog een dochter in 1510, maar alle zoontjes die Anne baarde stierven op zeer jonge leeftijd. Kortom, vanaf 1506 was Claude de ‘verloofde’ van neef François. Die zag dat eigenlijk ook niet zitten, al trouwen ze in 1514, zijn moeder moet hem er toe dwingen, terwijl hij liever rollebolt met zijn liefjes. Niet trouwen zou hem Bretagne kosten, want dat zou hij pas in zijn bezit krijgen na de geboorte van een eerste zoon.
Claude zal de man uiteindelijk 7 kinderen schenken, hetgeen haar echtgenoot niet tegenhoudt er talloze vriendinnen op na te blijven houden. Claude verdient het respect, de bewondering en de liefde van het volk dankzij haar welwillende en open instelling. Ze trekt zich echter wel terug in Blois, waar ze in 1524 overlijdt, nog geen 24 jaar oud. Haar lievelingskleur groen is bewaard gebleven dankzij de pruimen. La bonne Reine-Claude. Receptje dan maar? Nagerechtje.
Pruimensoep
Voor vier personen:
500 gram reine-claudes, 500 gram mirabellen, 1 biologische citroen, 100 gram boter, 4 eetlepels blonde rietsuiker, 1 takje verse tijm, 4 plakken kruidige ontbijtkoek (neem de Deventerkoek), 1 glas witte wijn.
Was de pruimen halveer en ontpit ze. Pers het sap van de citroen en haal van de schil wat rasp af. Smelt de boter in de pan, doe er de pruimen, het citroensap, de suiker en de tijm bij. Laat op een laag vuur stoven en schep regelmatig om. Zorg dat het sap vrij komt, zodat een soepige compôte ontstaat. Doe er anders een glaasje water bij. Draai na tien minuten of een kwartier het vuur uit. Roer er het glas wijn door en laat afkoelen. Vis het takje tijm er uit.
Leg in ieder bord een plak koek en schep daar de soep over.
Kan het nog lekkerder? Natuurlijk, je kunt op de plak koek een bolletje vanilleijs doen.
Kan het pittiger? Natuurlijk, je kunt een handje peperkorrels meekoken, het liefst in een zakje, of thee-ei, zodat je ze er weer makkelijk uit kunt vissen. Je kunt ook een mengsel van verschillende peperkorrels nemen. Of bij het serveren groene of roze peperkorrels fijnstampen en er over strooien. Net wat je lekker vindt.