Dichtende Kok
Soms sta je voor je boekenkast en zoekt een boek. Grote kans dat je met een ander boek op de bank kruipt en aan het lezen slaat. Of liever bladeren en herlezen. En zo kwam ik gisteravond terecht in de Middeleeuwen, bij de monnik, kok en dichter Jan van Leeuwen. Hij leefde in het klooster Groenendael, even onder Brussel, waar hij in 1344 intrad en in 1377 zou overlijden. Jan was van eenvoudige komaf, aanvankelijk analfabeet en zo kwam in de keuken terecht, waar hij een aardig potje leerde koken. Hij klom op tot cocus primus, zeg maar de chef van de kloosterkeuken. Maar op een nacht werd werd gegrepen door de mystiek van het geloof en dichtte er vervolgens lustig op los. Een beschrijving van zijn leven meldt: ‘Als er een bezoeker kwam, dan stuurde hij die terstond naar de kerk. En zodra hij uit de kerk kwam, ging Jan hem tegemoet en zette hem met een vrolijk en blij gezicht soep voor.’ Die soep was voortreffelijk en ging gepaard van een even fraaie preek. Zijn dichtkunst wordt niet zo hoog aangeslagen als zijn kookkunst. Ach, had deze cocus bonus maar een kookboek geschreven. Want waaruit die soep bestond weten we niet.
Is er meer over zijn kookkunsten bekend? Misschien wel iets over zijn kookgereedschap. En vreemde gewoonten. Al in 1663 verscheen een ‘bericht van zijn leven’ in Peeter Croon’s Cocus Bonus, ofte geestelijke sinnebeelden ende godvruchtige uitlegginghen op alle de gereedschap van den Kock. Lees maar even mee, ik hertaal wat: Hij was een smerige kok, maar een heilige man, naar men zegt. Want hij at bedoren eieren en het vuilste overschot dat van de tafel der monniken kwam. Op Sint Maartensdag had hij een schotel vol eten op tafel gezet bij de monniken, waarover hij zijn inwendige vreugde niet langer kon bedwingen en luidkeels uitriep:
Heer Sint Maarten, heilige sant,
Goede platte mispelen groeien in uw land.
Op het plaatje staat Jan in zijn potten te roeren, een rozenkrans in zijn hand. Mispelen zullen er wel niet in de soep zijn gegaan. Wel zien we een fraaie haard met een grill ervoor. Behalve soep zal hij dus ook wel vlees, gevogelte en vis hebben bereid. Niet heilig genoeg om aan het kostbare perkament of papier toe te vertrouwen.