De eerste boeren – varkentjes
Ga het toch nog even over onze eerste boeren hebben. Vanwege dat lollige varkentje van aardewerk. Komt uit Duitsland, maar zelfde neolithische cultuur als hier in Limburg. Het ding past met gemak in je hand, ja ik heb het namelijk even mogen vasthouden. Waarom het gemaakt is? Ach, als een archeoloog iets niet meteen begrijpt wordt er al gauw het predikaat ‘ritueel’ aan gehangen. Maar het zou zo maar kinderspeelgoed kunnen zijn. Of het speeltje van de varkenshoeder. Dat soort dingen is soms moeilijk te duiden (beetje besmet woord tegenwoordig). Mij gaat het om het varkentje. Een echt varkentje, met ‘wilde’ borstelharen in een kam op de rug. Met lekker mollige pootjes.
Hoe kwamen we aan die varkentjes? Ik duikelde een wetenschappelijk werkje op waaruit ik meer kan leren. Lees maar even een stukje mee. Het is een Duits degelijk werkje en echt alles wat er in 2006 wereldwijd bekend was staat er wel in. We houden het even bij Europa, al begint het eigenlijk in Mesopotamië en de vruchtbare halve maan: Irak, Syrië, die kanten op. Dichterbij huis dateren de oudste sporen uit Turkije en Thessalië (midden 7e millenium voor onze jaartelling), al snel volgen wat nu Bosnië-Herzegowina en Servië (6000 BC) met nog pas 10 % varkensbotten van alle dierlijke vondsten, maar Macedonië heeft dan al 40 % varkensbotten onder de resten. Dan zitten we al bij de Lineaire Band Keramiek, waar ook onze eerste boeren toe behoren. In diezelfde tijd arriveren de eerste tamme varkens op Corsica.
In het 5e millenium voor onze jaartelling breidt de domesticatie van het varken zich dan uit langs de Rhone in Frankrijk. In diezelfde tijd reist het huisvarken mee met de Bandkeramiekers langs de Donau, over de rijke loessgronden om dan weer zo’n duizend jaar later in Zuid-Limburg neer te strijken.
In Midden-Europa is de verhouding varken – rund 12,2 % – 55,2 %. In het laat-neolithicum van de Michelsbergcultuur bijvoorbeeld, zie je de verhoudingen veranderen met 53,3 % varken naast 36,9 % rund. Lokaal verschillen de percentages wat, maar als consumptiedier is het varken een belangrijkere rol gaan spelen in de consumptie van dierlijke eiwitten dan het rund. Niet zo gek: het rund werd ook voor de melk gehouden en als dubbeldoeldier ging het dus langer mee.
Over de bereiding weten we niet veel, je vindt dus alleen wat botjes. Maar alles van het varken werd gegeten of verwerkt. Ook het haar, de huid, de tanden en botten. Zo’n varken vertegenwoordigde een groot goed, daar ging je zuinig en duurzaam mee om.