Culiperslunch : Vleesch
Eén keer per jaar is het feest in Amsterdam voor de culischrijvers. Marcus Polman (Culipersmap) organiseert zo aan het begin van de lente een lunch waar we kennis kunnen maken met nieuwe, verrassende producten, bereidingen en de enthousiastelingen die ze bereiden, importeren, verkopen. Heel uiteenlopende spullen en mensen. Van vers tot bereid, van halffabrikaat tot ingrediënt. Van basisvoedsel tot versnapering. Een mooie mix. Eigenlijk te veel om op te noemen. Ik probeer er voorzichtig een trend uit te vissen. Deze keer is dat om te beginnen het rundvlees-van-goeden-huize. Ik proefde drie verschillende runderen en allemaal waren ze heel erg lekker. En dan te denken dat ik niet zo’n vleeseter ben. Een hapje, prima, maar om nou een heel stuk weg te werken? Gisteren dus wel. Wat proefde ik? Om te beginnen was er the Irish Food board die ons entrecote liet proeven, bereid door Michel van der Kroft van ‘t Nonnetje en Rogér Rassin van la Rive. Wat is er bijzonder aan dit rund? Om te beginnen: het voer. Deze dieren krijgen alleen gras te eten. (Ierland bestaat voor 80 procent uit gras, er zijn pakweg 38.000 kleinschalige boerenbedrijven, hoog tijd voor een Ierse versie van boer zoekt vrouw!) Ze grazen er vrolijk op los en dus wandelen ze van graspol naar graspol. Goed voor de spierontwikkeling. Deze veehouderij levert mooi, ouderwets rundvlees op.
Ierland niet dichtbij genoeg? Bij the Big Green Egg proefde ik spannend rokerig rundvlees en al ben ik niet zo’n groene ei-fan, de koks van de Zwarte Hand maakten er iets smakelijks van.
Maar helemaal hoteldebotel smoorverliefd op het rund werd ik bij de stand van Nice to Meat, waar een echte slager – Piet van den Berg – een kolossale runderbout uitbeende. Een genot om naar te kijken alleen al. Het roodbonte MRIJ-rund (Maas-Rijn-IJssel) begraast de Groene Zoom, onder deskundige begeleiding van een meestermester. Ze mogen zoveel eten als ze willen, ze ontwikkelen een prettig vetlaagje, ze staan drie jaar of wat langer prettig koe te zijn en worden dan – ook weer met zo min mogelijk stress – geslacht. Als je dan al vlees wilt eten, dan wil je graag dat koeien zo netjes behandeld worden van geboorte tot en met slacht. Dit vlees gaat naar de horeca. Als liefhebber dien je je dus ogenblikkelijk bij Mario Ridder te vervoegen in Rotterdam, zijn in 2013 geopende ‘steakhouse’ MeetMeat aan het Deliplein is al beroemd. Maar ik hoorde goed nieuws uit betrouwbare bron. Het schijnt dat over niet al te lange tijd het vlees ook in Almere voor de gewone consument ter beschikking komt. Op speciale dagen. Ik kan niet wachten.