Champignonkaviaar
Bleef het bij die twee boekjes bij de Slegte? Nee, natuurlijk niet. Er was ook nog zo’n prettig boekje over paddenstoeltjes. Dateert al uit 1993, maar de recepten doen wonderwel modern aan. Zowel kweekpaddenstoelen trouwens, als wildpluk. Dat maakt het extra leuk. Recepten waar ik nooit zo aan gedacht had.Zoals deze champignonkaviaar, die je een dag te voren moet maken. Oorspronkelijk schijnt dit een Russisch recept te zijn. Ik vertaal even vrij:
Kaviaar van rauwe champignons
Dit heb je nodig: 450 gram kastanjechampignons, liefst kleintjes, 1 gechilde ui, sap van een citroen, 2 teentjes knoflook uit de knijper, zout, versgemalen zwarte peper, snuf cayennepeper, 4 eetlepels crème fraiche of zure room, vier takjes dille.
En zo doe je het: Poets voorzichtig de kastanjechampignons schoon. Hak ze zo fijn als je kunt. Doe de ui in een foodprocessor en maal hem tot pulp. Druk de pulp door een zeef om er zoveel mogelijk sap uit te krijgen. Doe de paddenstoelen in een grote kom en combineer met de uienprut, citroensap, knoflook en specerijen en kruiderij. Dek af met een bord waarop je een gewicht zet. Laat het een paar uur op een koele plaats staan. Verwijder het vocht uit de kom en roer de crème fraiche door de ingedikte champignonprut. Zet in de koelkast tot de volgende dag.
Zoals wel vaker: de plaatjes in het kookboek zijn te verwaarlozen suffe tekeningetjes. Ik ben even in de historische collectie gedoken. Deze Romeinse paddenstoeltjes heb ik al vaker geplaatst, maar ze blijven leuk.