Brusselsche Kooltjes van Bunge
Vrijdag kwam ik thuis met een prettige stapel oude boeken. En een kookschriftje uit januari 1892. Het lijkt een goed voornemen dat ook echt is volgehouden. Met een keurig register voorin en met gestempelde paginanummers. Ook de naam van de schrijfster staat er in. Het moet een kleindochter zijn geweest van de Bunge van het Bunge-huis in Amsterdam. Waar ik regelmatig kom voor bijeenkomsten met het ‘egodocumentenclubje’. Daar heb ik nu dus een bijbehorend egodocument bij. Van Henriette, Louise Susanne Antonie Schöffer, zeg maar Antonie. Zo heette haar Duitse grootmoeder ook. Wanneer ze het boek begint in 1892 is ze al 33 jaar oud en of ze ooit nog hoop heeft op een huwelijk? Ze trouwt pas in 1903. Je kunt je er een hele roman bij voorstellen.
Ze overlijdt in 1937. Haar man heet Karl Adolf Hennicke (1868-1923), ook al weer zo Duits. Ze hebben een kind gekregen, Otto, in 1910. Dan is de moeder 40. Het lijkt er op dat Otto de boot naar Amerika heeft genomen en niet meer is teruggekomen. Ik vind op internet ergens een overlijdensbericht uit de jaren zeventig, in de Verenigde Staten. Het kookschriftje van zijn moeder heeft hij dus niet meegenomen.
De recepten zijn niet heel bijzonder. Gemiddeld huishoudschoolkookboek voor de gegoede burgerij, zal ik maar zeggen. Wat leuk is zijn de verbeteringen, om nog eens wat kaneel bij de wentelteefjes te doen, of dat je vleeschtimbale moet opdienen met een piquante saus.
En spruitjes heten nog Brusselsche Kooltjes. Die maakt Antonie met kastanjes. De kwaliteit van de spruitjes is belangrijk. Lees maar even mee, ik heb de moderne spelling genomen:
Brusselsche Kooltjes en Kastanjes
Gaaf en dichtgesloten. De stronkjes en buitenste blaadjes eraf gesneden. Afwassen en in kokend water met zout ruim opgezet. Op 500 gram kooltjes 250 gram kastanjes en 70 gram boter. De kastanjes afgewassen, en gekruist. In kokend water met een klein beetje zout opgezet en drie kwartier gekookt. Dan gepeld en in stukjes of ook wel puree ervan gemaakt door een grove zeef. Dan bij de kooltjes gevoegd. Goed door elkaar geschud en tenslotte samen gestoofd met wat boter.
Wij zouden nu eerst de kastanjes koken en de spruitjes wat korter. Drie kwartier wat erg lang. Er onder staat een recept voor ‘stekelvarken’, maar dat moet je niet te letterlijk opvatten. Het is een pudding of zo. Ach, zo’n ontroerend schriftje.
Het lijkt wel of het zo heeft moeten zijn. Een tijd geleden maakte ik een foto van de entree. Omdat ik heel trots was dat ik zelfstandig de trap was op- en afgelopen.