Boterbriefje
Mooi hè? Deze boterbriefjes uit het archief van de Fundatie van Renswoude in Utrecht. De Fundatie was een weeshuis voor jongens met mogelijkheden. Ze kregen er een opleiding en konden daarna op niveau aan de slag, een enkeling werd zelfs arts. De jongens moesten vroeg opstaan, veel bidden vóór en na het eten (daar hebben we het nog over) en ze kregen goed te eten. Daarbij stond in de huisregels overigens wel dat als een schotel de ene maaltijd niet leeggegeten was, deze de volgende maaltijd net zo goed weer op tafel kwam. Zuinigheid en geen verwennerij, maar af en toe ook eens feesteten. Bijvoorbeeld als één van de élèves de dokterstitel behaalde. De gedekte tafel uit de regentenkamer zie je in de tentoonstelling Nederland Dineert.
Ik bezocht dit jaar het Utrechts Archief (oase!) en bestudeerde de archiefstukken op zoek naar eetbaarheden. Daar vond ik ook deze boterbriefjes uit de 18de eeuw. Nu ken ik het begrip boterbriefje vooral als verwijzing naar de huwelijksakte van de burgerlijke stand. ‘Je boterbriefje halen’ betekende dat je ging trouwen. Maar eigenlijk is het dus gewoon een bewijs dat je belasting (cijns) betaald hebt over boter. Kennelijk een soort ‘vettax’. Er wordt wel beweerd dat je als Rooms-Katholiek ontheffing moest vragen voor het eten van boter tijdens de Vasten, en dat je daar een boterbriefje voor nodig had. Maar dat zie ik hier helemaal niet terug. Gewoon belasting, zoals je dat over meer zaken betaalde. Wijnbriefjes heb je ook. En de Fundatie was hardnekkig Nederlands Hervormd.
De Fundatie van Renswoude werd gesticht omdat Maria van Duyst van Voorhout, weduwe van Frederik baron van Reede, vrijheer van Renswoude en Emmikhuijzen, zulks in haar testament bepaalde. Meer daarover in de catalogus van de tentoonstelling Nederland Dineert.