Barckemeyer en Sasselee, Sasselee en Barckemeyer. (Confituriers en banketbakkers 1)
‘Het enorme désert wirdt by zoodanige maaltyden geheel aan de zorg en bekwaamheden van de destijds in Den Haag zoo bekenden Hof-Suikerbakker Berkemijer (Barckemeyer) opgedragen het welk dan geheel klaar in groote manden naar huis wierdt gebragt en geschickt als het op de tafel moest staan en waar wij dan alvorens eens mogten komen al dat lekkers te bekyken. Daar stond dan een gehele st. Nicolaas-winkel met een grote tempel in het midden omringd van ontelbare schoteltjes, mandjes en grooten en kleine taarten en confituren, geleyen en al wat er meer voor een désert van die dagen konde uitgeacht worden.’ We zijn in Utrecht, bij een vergelijkbare ontvangst. (Bron citaat: Nederland Dineert, pag. 125-128)
Kortom: wanneer je iets te vieren hebt in de 18de eeuw huur je Gabriel Barckemeijer en Ambrosius Sasselee in. Fameuze Haagse confisiers, suikerbakkers, banketbakkers, confituriers, patissiers, welke naam je ze ook toekent. We kennen hen inmiddels een beetje. Dankzij hun werk, en dankzij hun handel en wandel. In 1764 huren Barckemeyer en zijn gade Margaretha Sasselee – ongetwijfeld de zus van Ambrosius) ‘huis, tuin en erven’ inclusief de ijskelder gelegen onder de Uilenboom alhier. Het huis was eerder van Pieter de Gelleke, eveneens confiturier, dan al een paar jaar overleden. In 1758 gaat de inboedel in de verkoop, wanneer ook mevrouw de Gelleke is overleden. Hier wat ik via Delpher in de Nederlandse kranten vond:
De Barckemeyertjes hebben een gezin, waarvan de kinderen de zaak zullen voortzetten. Een van de zonen, Johann Abram zal 79 jaar oud in 1836 overlijden in Zaltbommel. Het bedrijf is tot 1827 voortgezet. Heel veel meer dan de jaarlijkse Sint Nicolaasadvertentie vind je niet meer in de kranten.
Voor zover ik kan nagaan grossiert het gezin van Sasselee in dochters. Ze hebben een buiten in Aarlanderveen, alwaar papa 62 jaar oud zal overlijden
Ambrosius Sasselee, confiturier - in den'Haag, en een ander maakten kunstige tafereelen, dessert enz. voor het festijn van de ridders van St. Joris 15 Maart 1763, vlg. de Hollandsche Historische Courant van den 19e n d. a. v. (Verzameling Van Wassenaer op het Rijksarchief), Hij is wel de Haagsche hoofdman van de Groote of Dagelijksche Groenmarkt van 1795 (XV, 13), en de i n 1796 op 62-jarigeu leeftijd te Aarlanderveen aan velroos gestorvene, wiens begrafenis in de Groote Kerk in den Haag 30 Augustus van dat jaar in de l s t e klasse werd aangegeven (vgl. X I X , 157).
DNL 1902 jaargang 20.
En zo zal het verder gaan met de banketbakkers. De een werd of wordt beroemder dan de ander. Adverteren in de krant helpt niet altijd. We weten nog wie Barckemeyer en Sasselee waren. Maar wie was hun collega Martyn?