Appels drogen
In dat prachtige voorlichtingsboekje waar ik gisteren het zuurkoolrecept uit peuterde staan meer tips om groente en fruit voor de winter te bewaren. Zoals het drogen van appels. Hier in het dorp gebeurde dat nog lange tijd. Kees van de boerderij om de hoek heeft een nieuwe oogst handappelen, zoals deze Delcorffs. Sappig, dus minder geschikt om te bewaren. Hoewel…. Volgens het boekje kun je vroege appelsoorten in de zon drogen. Om ze mooi blank te houden doop je ze na het schillen even in zout water. Maar je kunt ze natuurlijk ook in een lauwe oven drogen. De oven moet op een kiertje open staan en je moet niet te veel tegelijkertijd willen drogen.
Appeltjes met een hoge stofvastheid kun je ook op een koele luchtige plaats bewaren voor de winter. Ik herinner me nog de appeltjes van mijn grootmoeder op de zolder, rijen op een laagje krantenpapier. Af en toe werden ze gekeerd. Zat er ergens een bruin plekje aan, dan gingen die appelen meteen mee naar beneden om de goede stukken ervan te gebruiken. En in veel oude boerderijen hier zitten in de kelder nog de boxen waarin de wintervoorraad appelen, aardappelen en stoofperen werd opgeslagen. Hier hebben we alleen een vliegenkast.
Als experiment heb ik een keer de kleine exemplaren van de Zoete Bloemee geschild, uitgeboord en aan een touw geregen met knopen ertussen, zodat ze niet tegen elkaar zaten. Die heb ik gedroogd boven een open vuur bij de IJzertijdboerderij in Leliestad. Duurt tamelijk lang. En vanwege het open vuur gingen ze ook nog wat rokerig smaken. Best lekker eigenlijk.
Maar wat zijn we dan toch verwend met de appels die nu vers van de boom komen, waarvan grote hoeveelheden in het koelhuis bewaard worden, zodat we er lang van kunnen genieten. Nu zijn ze natuurlijk het aller- allerlekkerst. Gewoon iedere dag eentje van opknagen. Zoals mijn vader zei: an apple a day keeps the doctor away. Zit wat in.