Navigation Menu+

Aaltje’s aardappelsalade

22 januari 2014 door in Blogger |

Wat trek je aan? Die vraag krijg ik de laatste tijd regelmatig te horen. Oh, jurkje, roep ik dan maar. Tijdens mijn studie prehistorische archeologie werd ieder kledingstuk met het oog op gebruik bij een opgraving gekocht. Broeken, t-shirts, truien, laarzen, sokken. Later verruilde ik die voor andere werkkleding: mantelpakjes met witte bloesjes. En nu? Ach, voor buiten ben ik terug bij af: laarzen, broeken, t-shirts, truien en dikke sokken. Maar verder? Voor iemand die niet zo van winkelen is en on-line niet kan waarderen (stofje voelen) blijft het lastig. Twee winkels heb ik waar ik naar binnen wandel en met een jurkje weer naar buiten. Eén er van is Caroline Biss, hier in Den Bosch. Daar dans ik altijd in een lekker zittend jurkje naar buiten. Kapper vlakbij en ook nog Four-teen voor de nagels. Alles binnen korte loopafstand. Alles in één ochtend gepiept. Wat wil een mens nog meer? O ja, ook nog lekker eten. Maar dat doen we dan weer thuis. En omdat het mens is opgepoetst niet te veel knoflook, bakwerk en anderszins gedoe. Het lastige snijwerk doet de man. Die is daar veel secuurder in dan ik. Het bewerkte recept komt uit mijn receptencollectie met ‘blijvertjes’ .

Aardappelen als
salade
Men kookt de aardappels in de schil, pelt
ze en snijdt ze aan schijfjes. Zo heet mogelijk worden ze overgoten met een
saus gemaakt van 3 eetlepels slaolie, een eetlepel azijn, een theelepel zout,
een mespuntje versgemalen peper, een lepeltje mosterd, twee rauwe of zacht gekookte
eieren, enige takjes pimpernel en dragon, een zeer fijn gesnipperde komkommer,
3 fijne preitjes en enige kappers. 
In plaats van azijn kan men Rijnwijn nemen,
1 maatje en in plaats van olie, boter, doch het is eigenaardiger en goedkoper
met olie en azijn. Men giet de saus over de aardappelen en laat alles door en
door warm worden zonder koken. Men eet ze bij aspergebonen enz.
Goed, dat doen wij een beetje anders. Sperziebonen koken we beetgaar en laten we afkoelen. De eieren koken we zo dat de dooier net gestold is. We roosteren de gezouten kappertjes in een koekenpan zonder vet. De komkommer snijden we in miniblokjes, mét de schil. En ook de aardappelen gaan in blokjes. Sperziebonen snijden we in hapklare stukjes. We husselen de blokjes aardappel, komkommer en sperzieboon in een slakom. 
We snipperen een sjalotje, ook al staat dat niet in het recept.
We maken de saus van olijfolie, azijn, mosterd, sjalot pimpernel en dragon (met dank aan de zachte winter). We gieten de saus over de salade, leggen er kwartjes ei op en strooien er de kappertjes over.
En we eten dat alles heel voorzichtig op. Niet morsen op het nieuwe jurkje. 
Vrij naar: Het Nieuwe Aaltje (1887). De foto maakte Marleen Willebrands tijdens het Amsterdam Symposium on Food, afgelopen vrijdag. Aanleiding voor het nieuwe jurkje.   

Tags: ,