À la Carte (aflevering 1): Château Neer-Canne Maastricht
Tegenwoordig vinden we het heel gewoon dat chefs hun signature dish met ons delen. Dat was in de jaren zestig van de vorige eeuw niet echt het geval – eventuele kookboeken daargelaten. Hoewel…. Dankzij De Vrouw & Haar Huis, een tijdschrift voor vrouwen uit de hogere standen. Vanaf 1906 verschijnt het om ‘de ontwikkelde vrouw te voorzien van informatie over huishouden, kleding, lunst en nijverheid’. Het blad blijft met enige aanpassingen aan de tijd en een NSB-hiaat in de Tweede Wereldoorlog verschijnen tot halverwege de jaren zeventig. Koken was echter geen onderwerp om over te schrijven, wel de positie van de vrouw, kantklossen en borduren.
Om leven in de brouwerij te brengen verscheen er in 1968 een kaartencollectie in mapje in samenwerking met de Alliance Gastronomique Néerlandaise. Een kleine 20 restaurants van naam en faam deelden hun specialiteiten, vaak mét recept en wijnadvies. De receptuur is heel erg jaren zestig, de nouvelle cuisine nog niet te bekennen. Veel room, veel boter, veel vlees met vette saus, de groente zelden benoemd tenzij het om een salade gaat. Zo was dat toen. Chateaubriands (maar liefst drie keer op de lijst), filets de boeuf, entrecôtes. Gigots d’agneau. Vis is natuurlijk tong, zalm of forel. Er is veel veranderd in die vijftig jaar.
Voor het culihistorische gevoel is het wel leuk om even terug te kijken. En ook te kijken hoe de restaurantkaart er nu bij staat. Ik heb drie voorbeelden genomen van plekken waar ik graag en met plezier en heel lekker gegeten heb. Alleen niet in de jaren zestig. Als arm student was het eerder de mensa of de eigen keuken waar de maaltijd vandaan kwam.
Château-Neer-Canne is een prachtig terrassenkasteel op de plaats waar eens de Romeinen bouwden, en waar later een Middeleeuws kasteel stond. Het kasteel wisselde nog wel eens van eigenaar, hetgeen in zo’n grensgebied in de feodale periode niet zo vreemd was. In 1948 werd het kasteel aangekocht van de laatste bewoners en stevig verbouwd voor het huidige doel. In 1955 opende het restaurant de fraaie deuren. Een imposante wijnkaart – de mergelgrotten tegenover het kasteel biedt onderdak aan een fraaie collectie in 1968 – omlijst heerlijke gerechten. Zou ik nu mogen kiezen, dan werd het een Bisque de Homard, flambée à la fine, of een truite au court-bouillon ‘Belle Alliance’. De rest van de specialiteiten zijn mij te vlezig. Ik probeer me te herinneren wat ik er indertijd at, maar ongetwijfeld de forel. Die zwemt daar nog gewoon in de beek.